Res Nova 1908

Res Nova 1908

Scheepstype: tjalk

Bouwwerf: Berend Niestern, Delfzijl

Bouwjaar: 1908

Lengte: 2872 cm

Diepgang : 110 cm

Breedte : 475 cm

Kruiphoogte : cm

Officiële thuishaven : Amsterdam

Motor : Caterpillar

Bouwjaar van de motor : 2003

Vermogen van de motor : 108 PK

ENI-nummer : NA

Dit schip beschikt over een spandoek waarmee het “verhaal van het schip” in de haven kan worden gepresenteerd.

   

De Res Nova is als zeilschip gebouwd in 1908 bij de werf Berend Niestern in Farmsum Delfzijl. Bestemd voor de rivier- en binnenvaart.
Een dektjalk heeft de woning onderdeks. Om het plafond in het achteronder nog enige hoogte te geven werd het achterdek ongeveer 20 cm hoger gemaakt dan de rest van het gangboord. Door de lage kruiphoogte van een dektjalk kon het op vele plaatsen komen. In de begintijd voer dit schip in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel.

Ontdaan van zeilen
Ergens in de periode tussen 1937 en 1952 is het schip ontdaan van zijn zeilen. Voor de voortstuwing werd een zijschroef, ook wel “lamme arm” genoemd, op het stuurboord voorschip gebouwd. De schroef werd aangedreven door een Deutz met een vermogen van 14 tot 16 pk, deze was ingebouwd in het vooronder. In die tijd wordt er ook een stuurhut geplaatst en de den wordt verhoogd om meer lading mee te kunnen nemen.

Op 14 april 1953 koopt Geert Dokter, wonende in Stadskanaal, het schip. Geert bouwt er een gloeikopmotor van 45 pk in met de schroef achter het schip waardoor er achterin het ruim een machinekamer ontstaat. Dit gaat wel ten koste van de inhoud van het vrachtruim en van het achteronder.

Rijnpatent
In 1956 krijgt de Res Nova het Rijnpatent; het vaargebied is nu de ‘Rijn- en Binnen wateren’. Kort daarna wordt het schip met 5 meter verlengd. Het voordek wordt kleiner, omdat de fok uit de zeiltijd de ruimte voor het overstag gaan niet meer nodig heeft.
In 1959 wordt Koert Dokter de eigenaar van het schip. Bij de werf Ankersmit laat hij een nieuwe riante stuurhut bouwen. Deze hut is (ongewijzigd) nog steeds in gebruik. Waarschijnlijk is in die tijd ook de roef op het voordek gemaakt om plaats te bieden aan fietsen en was.

Einde vrachtvaart
In 1969 wordt het schip aan een Rotterdamse beeldhouwer verkocht. Dit betekende het einde van de vrachtvaarthistorie. In 1970 komt de Res Nova in bezit bij de huidige eigenaren. In 1973 verhuizen zij met het schip naar Amsterdam. Tot op heden is het schip in gebruik als woon- en werkplaats.

Enkele jaren geleden is er een nieuwe motor in gebouwd. De luikenkap kan nog steeds open en het zeildoek wordt traditioneel met schalklatten, schalkhaken en keggen vastgezet. In het dak zitten de ramen. Buiten is het schip nagenoeg onveranderd. Het vertegenwoordigt nog steeds de cultuur van het gemoderniseerde zeil/vrachtschip zoals dat plaatsvond in bovengeschetste periode.