Antje Rebecca 1928

Antje Rebecca 1928

Scheepstype: aak

Bouwwerf: Maas, Leiden

Bouwjaar: 1928

Lengte: 2520 cm

Diepgang : 100 cm

Breedte : 344 cm

Kruiphoogte : cm

Officiële thuishaven : Leiden

Motor : Deutz 1013

Bouwjaar van de motor : 1998

Vermogen van de motor : 120 PK

ENI-nummer : NA

Dit schip beschikt over een spandoek waarmee het “verhaal van het schip” in de haven kan worden gepresenteerd.

   

de Jonge Marinus
Dit schip is gebouwd als "De jonge Marinus" voor F.J. van Steenvoorden uit Noordwijk. In eerste instantie moet het schip er eenvoudig hebben uitgezien. De meetbrief vermeldt destijds: een stalen vletschip met open ruim, voor- en achterdek, zonder eenige kracht tot voortbeweging. De verhouding tussen lengte en breedte is uitzonderlijk, waardoor het schip bijzonder slank, om niet te zeggen smal is. Er moet dan wel een bijzondere reden hiertoe zijn en die is, dat om in Noordwijk te geraken er een aantal smalle bruggen gepasseerd diende te worden. Daardoor is dit schip de langste Kagenaar ooit gebouwd.

Opduwer
Voorstuwing vond plaats door een kleine opduwer, waarschijnlijk genaamd "Tongel". Pas is 1936, als het schip overgaat naar de oudste zoon, wordt een Kromhoutmotor, mast, giek en lier geplaatst. Ook wordt een sleeppaal aangebracht om de Westlander "Alida" voort te kunnen trekken, zodat in één keer wel 100 ton lading kon worden vervoerd. Niet lang daarna, op 19 april 1939, gaat het schip ten onder op de kop van de Hollandsche IJssel. In het bijvoegsel van de Staatscourant van 17 januari 1940 wordt melding gemaakt van de oorzaak. De buikdenning (laadvloer) in het ruim was met 40 cm verhoogd waardoor het scheepje in feite topzwaar geworden was, dit om het lossen te vergemakkelijken.

Vrachtauto
In 1946 sluit de gasfabriek in Noordwijk, wordt er een "Blauwe Deutz" van 36 PK geplaatst, verandert de naam in Noordwijk-Rotterdam en wordt overgeschakeld van kolen op andere lading, voornamelijk meel. Het vervoer op de weg wordt ondertussen steeds prominenter, waardoor de familie Steenvoorden overgaat op vrachtauto's en het scheepje verkoopt aan F.P. van Atten uit Leiderdorp die het herdoopt in "Antje Rebecca" en o.a. schroot en meel gaat vervoeren. In 1980 koopt J.D. Veringa, goudsmid te Leiden (destijds nog onbemiddeld) het scheepje op afbetaling en tovert het om tot woonschip.
Sinds 1992 is de nieuwe eigenaar A. Lachnit, die in 2010 de stalen verhoging van 1980 vervangt door glas en de Antje Rebecca met een algehele binnen-renovatie én een nieuwe hoofdmotor (Deutz 1013E) inwijdt in het comfort van de 21ste eeuw.