Brave Hendrick 1902
Scheepstype: tjalk
Bouwwerf: Drachten
Bouwjaar: 1902
Lengte: 1700 cm
Diepgang : 80 cm
Breedte : 360 cm
Kruiphoogte : 290 cm
Officiële thuishaven : Willemstad
Motor : Mercedes OM 352
Bouwjaar van de motor : 1952
Vermogen van de motor : 105 PK
ENI-nummer :
Het Verhaal van De Vrouw Anna — van roefschip tot Brave Hendrick
De geboorte van een werkboot (1902)
In het voorjaar van 1902, toen de scheepshellingen van Drachten nog klonken van hamers, klinknagels en de geur van vers hout, gleed een nieuw roefschip het water in. De werf is in de nevelen van de tijd verdwenen, maar haar schepping bleef: De Vrouw Anna, een rank, ruim zeventien meter lang skûtsje, gebouwd voor O.H. van der Weij.
Ze was in de eerste plaats een werkboot – een schip dat leefde van arbeid. Niet bedoeld om te pronken, maar om te presteren. Werkboten als De Vrouw Anna vormden rond 1900 het rijdende vrachtverkeer van Friesland: ze vervoerden alles wat een dorp of stad nodig had.
Zand, turf, stenen, aardappelen, mest, veevoer, hout, bakstenen en landbouwproducten – het ging allemaal in het ruim. Vaak stond de schipper met zijn gezin aan boord: de roef was een klein maar volwaardig huisje waar werd gekookt, geslapen en geleefd.
De jaren van arbeid
Met haar eerste meting in Sneek voer De Vrouw Anna als een echte werkster: betrouwbaar, wendbaar en gebouwd om dag in, dag uit vracht te verzetten. De skûtsjes van die tijd waren de stille motor van de Friese economie. Ze kenden de smalle kanalen beter dan wie dan ook en gingen waar de trein niet kwam.
Waarom skûtsjes steeds werden verbouwd
Skûtsjes waren zelden klaar. Ze werden constant aangepast om te voldoen aan de eisen van nieuwe opdrachtgevers, veranderende vaargebieden of simpelweg de economie.
Het ruim werd soms vergroot of juist verstevigd.
Zwaarden, mast of tuigage werden vernieuwd voor betere prestaties.
De boeisels werden verhoogd om meer lading mee te kunnen.
En bij nieuwe wetgeving moesten schepen opnieuw worden opgemeten, wat soms leidde tot aanpassingen in maatvoering.
Geen skûtsje bleef daardoor hetzelfde — en De Vrouw Anna vormde daarop geen uitzondering.
1919: ‘Nooit Volmaakt’
In 1919 kwam het schip in handen van M.J. Hoeben uit Bolsward, die haar de naam gaf die haar misschien wel het best typeerde: “Nooit Volmaakt.”
Het was bijna filosofisch: een erkenning dat een werkschip, altijd onderweg, altijd veranderend, nooit écht af is. De vele metingen en verbouwingen maakten haar tot een levend stuk techniek — voortdurend verbeterd, maar nooit voltooid.
Stormen en stille jaren
Toen Anne Wip uit Leeuwarden het schip in 1939 kocht, stond Europa op de rand van oorlog. Toch bleef het skûtsje varen. Skûtsjes waren gewend aan soberheid en zware arbeid; ze hadden generaties doorstaan van wind, water en wisselende omstandigheden.
Na de oorlog zwierf het schip langs verschillende eigenaren. Soms voer het volop, soms lag het stil — wachtend op een nieuwe toekomst.
De naam ‘Dinkelscuute’
In deze periode dook de naam “Dinkelscuute” op, toen ze eigendom was van de erven Ter Beek in Tilligte. Deze naam verwijst naar de Dinkel, het riviertje dat door Twente en Duitsland stroomt.
Dinkelscuute betekent dus letterlijk: het skûtsje van de Dinkel-regio – een verwijzing naar haar vaargebied of naar de streek waar ze thuishoorde.
2011: een nieuwe toekomst als Brave Hendrick
Ruud Ebben uit Rosmalen kocht het schip in 2011 en gaf haar een naam die warm en bijna middeleeuws klinkt: Brave Hendrick. Ruud gaf het schip aandacht, vakmanschap en liefde voor erfgoed. Onder zijn hoede werd Brave Hendrick een voorbeeldig onderhouden roefschip: strak, degelijk, authentiek.
Paul de Kanter (sinds 2021)
In 2021 nam Paul de Kanter het roer over. Onder Paul’s zorg verkeert de Brave Hendrick in uitzonderlijke staat. Het schip is volledig, technisch betrouwbaar, en mooier dan op veel momenten in haar lange bestaan.
En het verhaal gaat door
Elke eigenaar schreef een hoofdstuk.
Brave Hendrick is nu niet alleen een schip, maar een drijvend monument – een vat vol verhalen, arbeid en geschiedenis.
En zoals elk skûtsje dat lang genoeg leeft:
haar mooiste hoofdstuk moet misschien nog geschreven worden.

