Drie Gebroeders 1924

Drie Gebroeders 1924

Scheepstype: overige (motor)

Bouwwerf: Fikkers, Muntendam

Bouwjaar: 1924

Lengte: 2543 cm

Diepgang : 80 cm

Breedte : 530 cm

Kruiphoogte : 350 cm

Officiële thuishaven : Tilburg

Motor : Kromhout 6LW (motornummer 12113)

Bouwjaar van de motor : 1948

Vermogen van de motor : 60 PK

ENI-nummer : 02200907

Dit schip beschikt over een spandoek waarmee het “verhaal van het schip” in de haven kan worden gepresenteerd.

   

De Drie Gebroeders is een Groninger steilsteven, in 1924 bij scheepswerf Fikkers in Muntendam gebouwd voor Jan Lever, domicilie Onstwedde. Een breed schip, speciaal geschikt voor het vervoer van turf. Door de kenmerkende bolle kont, en volle kop met steile steven, is het schip een goede lader. Vanwege de opvallend sterke zeeg (langs-kromming) was deze Steilsteven ook geschikt voor ruim water. De Drie Gebroeders heeft van 1924 tot 1928 als zeilschip gevaren, en is daarna tot de oorlog meestal gesleept. Ook is de Drie gebroeders na de oorlog nog een tijdje met een opduwer (met ‘Lanz-bulldog’) voortbewogen.
Begin jaren 50 werd het schip tot motorschip verbouwd. Er kwam een machinekamer en de 1e motor in (Kromhout 4 LW). Het mastdek werd machinekamerdak, de zwaardlieren werden naar het voordek verplaatst, twee roeframen werden er één.... later is nog een mini-stuurhut geplaatst, bij Beuving in Groningen is de huidige stuurhut erop gekomen.
Het schip is genoemd naar de drie zonen van Jan Lever. Ook waren er nog 4 zussen! De vierde zoon, nakomertje Pouwel Douwe Lever, werd op 24 maart 1961 de tweede eigenaar. Samen met zijn vrouw Hennie Lever-Dijkhuis voer hij vracht tot zijn plotselinge dood op ongeveer 50 jarige leeftijd in 1983. Mevrouw Lever heeft nog tot najaar ’94 in Winschoten voor de wal op het schip gewoond.
Eén van de laatste vrachten in de beroepsvaart was kunstmest naar Dongen in 1983.
Vóór de oorlog voer het schip vaak op Duitsland voor de WTAG met kolen en turf.
Tot 1961 ook bijvoorbeeld stro, waterglas en vezels (prut van aardappels van Velerveen naar Leiden) Na 1961 aardappelen, bieten, waterglas, appels, plaatijzer, Kalkamon (laden in Stein, via de beurs in Maasbracht) tarwe, brugdelen (als deklast i.v.m. de breedte) van Klazinaveen naar de Yssel bij Dieren. Van IJmuiden de laatste tijd plaatstaal, blikrollen (naar Wildervank), ook naar Rotterdam (bijvoorbeeld 2 platen plaatstaal van 50 ton per stuk). En vooral op het laatst veel kunstmest van IJmuiden naar overal in Nederland. De Levers hebben nooit beurtvaart gedaan want ze wilden geen vast werk, maar voeren voor de beurs door héél Nederland, ook vaak over het IJsselmeer.

In September 1994 kochten wij als 3e eigenaar, het schip van mevrouw Lever-Dijkhuis, en hebben het schip in dezelfde binnenvaart-verschijningsvorm, als motorvrachtscheepje, behouden.