Jannetje UK162 1932

Jannetje UK162 1932

Scheepstype: kotter

Bouwwerf: Vd Werff, Doesburg

Bouwjaar: 1932

Lengte: 1780 cm

Diepgang : 200 cm

Breedte : 520 cm

Kruiphoogte : 400 cm

Officiële thuishaven : Rotterdam

Motor : Stork Ricardo

Bouwjaar van de motor : 1962

Vermogen van de motor : 140 PK

ENI-nummer :

   

We schrijven 1932 als Jan Bakker uit Urk besluit om een stalen botter te bestellen bij de scheepsbouwer v.d Werff in Doesburg. De afmetingen; 16.50 x 5.2 x 1.94 meter en 36.40 brt. Met noeste arbeid worden de stalen platen gevormd en geklonken, De NUK dieselmotor met 70 pk wordt aan boord gezet en uitgelijnd. Alles aan boord is mechanisch en aangedreven met assen en banden. Het schip wordt klaar gemaakt om te gaan vissen naar garnalen. Na een succesvolle proefvaart vaart het schip de Ijssel af, met als koers de Zuiderzee. Jannetje, ofwel UK 162, is officieel in bedrijf.

Zo gaan de jaren voorbij tot de Duitse bezetter aan boord stapt en de stalen botter vordert voor oorlogsdoeleinden. Er wordt een HMG met 55 pk ingebouwd. Hoe dan ook, gevist wordt er in ieder geval niet meer tot het moment dat de geallieerden het tij keren en Jannetje weer huiswaarts mag gaan, naar Urk, waar de rechtmatige eigenaar wacht om het vissen naar garnalen weer op te pakken. Dit keer onder de naam ‘Dirkje’. Er wordt dan besloten om de motor te vervangen door een Kromhout, type 2H2 met 100 PK, gefabriceerd in Amsterdam. Niet lang daarna wordt Jannetje doorverkocht en gooit het schip nu de netten uit onder de naam ‘Marja’. De zaken gaan goed en er wordt besloten het schip te verlengen met een kotterboeg en daarmee veranderd de scheepslengte en tonnenmaat. In 1962 is het schip alweer van eigenaar veranderd en staat er Den Helder op de spiegel. De motor wordt vervangen door een Stork Ricardo, drie cylinder, met 140 pk. Dit is de motor die tot op de dag vandaag dienst doet. De familie Kraak vist 9 jaar lang tot meneer Salm uit Yerseke het schip overneemt en met de naam ‘Biem’ op de boeg verder met visserijnummer YE 25 gaat tot 1970. Dat is het jaar waarin het schip wordt verkocht als schroot en het visserijnummer wordt doorgehaald in het register. Tot zover het traceerbare gedeelte van de historie van dit schip.

Het heeft bijna 50 jaar geduurd voordat Jannetje weer Jannetje werd genoemd en inmiddels ook de status heeft gekregen om varend erfgoed te worden. Onder exotische namen als Diveng en Flelau is het schip gebruikt als onderzoeksvaartuig of voor recreatieve doeleinden. Er gaan zelfs geruchten over het smokkelen van contrabande. Zo zijn de jaren voorbij gegaan, zwervend over de zeeën, niemand kan het met zekerheid zeggen, er is niets van vastgelegd. Als Jannetje eens zou kunnen praten, over al de jaren die zijn gepasseerd, met de mensen die boord hebben gelopen en gewerkt. Het zouden verhalen zijn over de elementen, over het vuur wat de drijfstangen in beweging zet, over het water en de lucht, wat aanzet tot roest en onderhoud, met angstige momenten in meedogenloze zeeën en de kalmte die wordt gevoeld als de thuishaven weer in zicht raakt. Verhalen over werken en reizen, grote dromen, over verdriet en vreugde, vangsten en verliezen, geboortes en heengaan van mensen, geliefden, met gebeden en gevloek, over zout en zoet, over de koele diepe gronden onder de waterlijn, over een schip wat nooit afkomt, en die nu een nieuwe eigenaar heeft die het stokje heeft overgenomen en die goed voor haar wil zorgen omdat het een thuis is, omdat ze het verdient onderhouden te worden. Jannetje, als een oude eik, geworteld in het water van de wijde wereld, met mijlenverre reizen achter de rug, aangekomen tot de plek waar je haar nu ziet liggen.