Melopee 1900

Melopee 1900

Scheepstype: tjalk

Bouwwerf: Gebroeders Barkmeijer te Sneek

Bouwjaar: 1900

Lengte: 1481 cm

Diepgang : 123 cm

Breedte : 334 cm

Kruiphoogte : 265 cm

Officiële thuishaven : Zutphen

Motor : Ford Lehman 2713E

Bouwjaar van de motor : 1970

Vermogen van de motor : 110 PK

ENI-nummer :

Dit schip beschikt over een spandoek waarmee het “verhaal van het schip” in de haven kan worden gepresenteerd.

   

In 1900 is dit schip als een roefschip gebouwd onder nummer S57N op de werf van Gerrit en Jan Barkmeijer te Sneek: de gebroeders uit de naam van de werf, en twee van de vier zoons van Berend Gerrits Barkmeijer, die een werf had in Briltil te Groningen. In Sneek bouwden zij in zeventien jaar ruim 89 roefschepen (skûtsjes, maar scheepsmeters vermeden dat woord, omdat het als denigrerend werd ervaren), zestig tjalken, tien andere tjalkachtigen, vijftien pramen, beurtscheepjes en nog enkele stoom- en motorvrachtscheepjes.

Gerrit en Jan blonken uit in een bijna modern industriële organisatie van het bedrijf. In de bloei, rond 1895 en 1904-1905, hadden ze soms drie schepen tegelijk in productie, die binnen vijf à zes weken na het leggen van de kielplaat te water werden gelaten en voor de wal werden afgebouwd. In Sneek werden vanaf het begin ijzeren schepen gebouwd, getuige een artikel in de Sneeker Courant van 7 november 1889: “Van de werf voor ijzeren scheepsbouw van de heeren Barkmeijer, alhier, is jl. zaterdag het eerste aldaar gemaakte Schip te water gelaten. Dit Schip, groot 20 ton, ziet er keurig netjes uit en is gemaakt van staalplaten voor rekening van den heer Jacob de Jong te Koudum, om te dienen als veerschip tusschen Koudum en Sneek. Thans is op diezelfde werf de kiel gelegd voor eene groote ijzeren Tjalk van p.m. 90 ton”. Met deze tewaterlating behoorden Gerrit en Jan tot de koplopers in Frieland wat betreft de bouw van ijzeren schepen. Het bedrijf werd ook wel ‘IJzeren Scheepsbouwwerf Sneek’ genoemd. Een dergelijk tempo eiste een strakke organisatie en een perfecte logistiek. Door de overgang op ijzer, waarmee vader Berend in 1887 was begonnen, namen ze een beslissende voorsprong op de andere scheepsbouwers en bliezen ze de nog bloeiende houtbouw snel op.

De opdrachtgever voor dit skûtsje is beurtschipper Laffra. Het schip heet dan Drie Gezusters met een laadvermogen van 30 ton. Het skûtsje van Laffra onderhield meestal een vaste dienst tussen een aantal steden waar een belangrijke markt was, zoals in Leeuwarden, Sneek en Bolsward. In 1922 is Westerbaan de tweede eigenaar. Hij koopt het schip van Laffra voor 2.250 gulden (waarvan akte), de naam is dan Goede Verwachting geworden. De volgende eigenaar is Fortuin uit Woudsend en daarna Scholten uit Heerenveen tot 1960.

Rond 1960 kopen de vrienden Schouten en van der Heyden uit Tiel het schip van Scholten die het verbouwen tot een voor die tijd luxe motorjacht. Sindsdien is het scheepje enkele malen van eigenaar gewisseld, steeds onder de naam Goede Verwachting.

In de zomer van 2024 is het schuitje omgedoopt naar Melopee. De letterlijke betekenis daarvan is: een aanhoudend, ritmisch, begeleidend gezang. Zoals door een koor, maar ook bijvoorbeeld door het geluid van de zee, het ruisen van de rivier of het gekabbel van een beek. ‘Melopee’ is daarnaast de titel van een gedicht van Paul van Ostaijen, waarvan de eerste strofe luidt: “Onder de maan schuift de lange rivier/ Over de lange rivier schuift moede de maan/ Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee”. Het gedicht is onder de titel ‘Hoogriet’ prachtig op muziek gezet door De Kift.

Het schip is voorzien van orginele documenten, meetbrieven, aankoopbewijzen en diverse brandmerken.

Bron m.b.t. informatie over de werf: Schippers en ScheepsHistorisch Onderzoek (S2HO) & https://www.skutsjehistorie.nl/