Robusto 1937

Robusto 1937

Scheepstype: kotter

Bouwwerf: Pannevis, Alphen aan de Rijn

Bouwjaar: 1937

Lengte: 1740 cm

Diepgang : 100 cm

Breedte : 385 cm

Kruiphoogte : 350 cm

Officiële thuishaven : Doetinchem

Motor : John Deere

Bouwjaar van de motor : 2006

Vermogen van de motor : 180 PK

ENI-nummer :

   

De Robusto werd rond 1937 gebouwd als een half gedekte platbodem (lemsterjacht) voor de beurtvaart en vrachtvaart op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren. Als onderdeel van de beurtvaart — de eerste vorm van openbaar vervoer in Nederland — vervoerde het schip goederen tussen dorpen en markten, onder zeil of voortgetrokken door paarden.

In 1939 kreeg het schip een nieuwe bestemming als vissersboot onder de naam De Drie Gebroeders (YE-14). Een eigenaar uit Yerseke gebruikte het voor de mossel- en kreeftenvisserij en voorzag het van zijn eerste motor: een 26 PK Kromhout-dieselmotor. De familie die het schip bezat, is nog steeds actief in de oestervisserij en deelt hun vakmanschap in Yerseke, waar ze een oesterproeverij en horecalocatie runnen.

Van 1949 tot de jaren ’60 bleef het schip actief in de visserij, onder verschillende eigenaren en namen zoals De Hoop (GRA-2) en Geertruida (YE-120). In 1957 werd het verlengd tot 17,4 meter en uitgerust met een krachtigere 60 PK Deutz-motor, als teken van modernisering.

In 1970 kocht een nieuwe eigenaar het schip en bouwde het om tot reisboot, met reizen naar Marokko en Engeland. In 1995 nam een echtpaar het over, noemde het Robusto en moderniseerde het grondig. Het schip voer door Europa en diende jaren als Pakjesboot tijdens de Sinterklaasintocht in Doetinchem.

Na een brand in 2019, die leidde tot een volledige renovatie van het interieur, kwam de Robusto in 2025 in nieuwe handen. De huidige eigenaren gebruiken het als woon- en reisboot en willen het schip stap voor stap terugbrengen naar zijn oorspronkelijke karakter, als eerbetoon aan zijn rijke verleden als veelzijdig en weerbaar werkschip.

Geschiedenis van de Robusto

De geschiedenis van de Robusto begint in de late jaren dertig, toen het schip rond 1937 werd gebouwd als een half gedekte platbodem (lemsterjacht) voor de beurtvaart en vrachtvaart op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren. Onder zeil of voorgetrokken door paarden vervoerde het goederen tussen dorpen en markten —beurvaart is de eerste vorm van openbaar vervoer in Nederland.

In 1939 kreeg het schip een nieuw leven als vissersvaartuig onder de naam “De Drie Gebroeders” (YE-14). Eigenaar Adriaan Pekaar uit Yerseke gebruikte het voor de mossel- en kreeftenvisserij op de Zeeuwse Stromen en voorziet het schip van zijn eerste motor, een 26 PK eencilinder Kromhout-dieselmotor. Daarmee werd de YE-14 een typisch werkschip uit een tijd waarin motorisering de zeilvaart begon te verdringen.

De familie Pekaar is nog altijd actief in de oestervisserij en vaart vandaag de dag nog altijd met een YE-14 (de Paraat), waarmee ze de traditie van generaties vissers voortzetten. In Yerseke runnen ze daarnaast een oesterproeverij en horecalocatie, waar bezoekers het vakmanschap en erfgoed van de Zeeuwse schelpdiercultuur kunnen ervaren.

Vanaf 1949 kwam het schip in handen van Johannes de Rooij en Wilhelmus Staal, die het als mossel- en garnalenkotter (GRA-2 “De Hoop”) inzetten op de Ooster- en Westerschelde. Daarmee bleef het trouw aan zijn rol als werkend vissersschip. In de jaren vijftig voer het opnieuw onder Yerseke-vlag, nu als “Geertruida” (YE-120) van J. van den Endt en later wederom een lid van de familie Pekaar (Gerard). In 1957 werd het schip verlengd tot 17,4 meter en voorzien van een krachtigere 60 PK Deutz-dieselmotor — een teken van de voortdurende modernisering in de Zeeuwse visserij.

Tijdens de jaren zestig veranderde het schip meerdere malen van eigenaar en naam. Onder Laurus Leendert Nieuwehuizen (YE-40 “Vijf Gebroeders”) en later de gebroeders De Rooij (GRA-3 “Laisser-Dire”) bleef het actief in de mossel- en garnalenvisserij. Zo bleef het schip bijna veertig jaar lang onderdeel van het werkende vissersleven in Zeeland. In 1970 kocht Robert L. Frey het als reisboot, waarmee het een heel nieuwe koers insloeg. Frey liet in Triëst een nieuwe opbouw plaatsen en maakte lange reizen naar onder meer Marokko en Engeland — een periode waarin het voormalige werkschip veranderde in een zeewaardige reisgenoot, varende onder de naam Catherina.

In 1971 werd het uitgeschreven uit het visserijregister, en blijft het bijna 25 jaar in handen van de Amerikaan. In 1995 volgde opnieuw een nieuw hoofdstuk. Jan en Thea Snippe namen het schip over en gaven het de naam “Robusto”. Zij moderniseerden het grondig: een 180 PK John Deere-motor, hydraulische besturing en moderne elektrische systemen maakten het schip technisch weer toekomstbestendig. Onder hun eigendom voer de Robusto door Frankrijk, de Oostzee en Kroatië, en werd het jarenlang gebruikt als Pakjesboot tijdens de Sinterklaasintocht in Doetinchem — een vertrouwd gezicht voor velen langs de kade.

Tijdens de winter van 2019 ging het mis: een luchtontvochtiger veroorzaakte kortsluiting, waarna een kastdeurtje vlam vatte. Hoewel het vuur snel werd geblust, ontstond er grote roetschade in het interieur. De schade leidde ertoe dat het hele binnenwerk van de Robusto opnieuw werd ingetimmerd, waarmee het schip een volledig frisse en verzorgde binnenzijde kreeg.

In 2025 kwam de Robusto in handen van Bas Wijnands en Nicole Vieveen, die het schip gebruiken als reis- en woonboot. Met respect voor haar verleden brengen zij de geschiedenis opnieuw in kaart, met het voornemen om tijdens toekomstig onderhoud het schip stukje bij beetje weer dichter bij zijn oorspronkelijke karakter te brengen. Zo blijft de Robusto wat ze altijd is geweest: een krachtig, nuchter werkschip dat zich telkens opnieuw aanpast aan de tijd.