Dwerskop 1913

Dwerskop 1913

Scheepstype: klipper

Bouwwerf: Cornelis Appelo in Zwartsluis

Bouwjaar: 1913

Lengte: 1875 cm

Diepgang : 120 cm

Breedte : 420 cm

Kruiphoogte : 290 cm

Officiële thuishaven : Zwolle

Motor : MAN

Bouwjaar van de motor :

Vermogen van de motor : 139 PK

ENI-nummer :

   

Geschiedenis van de Dwerskop

De Dwerskop is als klipperschip gebouwd in de werf van Cornelis Appelo in Zwartsluis en is te water gelaten in 1913 onder de naam Aafje. De werf was oorspronkelijk opgericht in 1878 door Hendrik Appelo aan het Klein Lageland en verhuisde rond 1904 naar de Nieuwesluis. Na een splitsing tussen de broers Hendrik en Cornelis Appelo begon Cornelis een eigen werf aan de Zomerdijk in Zwartsluis waar Aafje is gebouwd. Zwartsluis was in die tijd een levendig handels- en scheepvaartstadje in Overijssel. De economie draaide om scheepvaart, scheepsbouw en bedrijven als de suikerfabriek van Buisman. Het dorp was een belangrijk overslagpunt voor turf. Religie speelde een grote rol, met meerdere kerken en een kleine Joodse gemeenschap. De komst van de stoomtram was in voorbereiding. Zwartsluis telde toen zo’n 3.700 inwoners en kende een bruisend dagelijks
leven rond haven, markt en winkelstraten.

In 1929 werd de werf van Hendrik getroffen door twee tragische ongevallen, wat leidde tot de verkoop en uiteindelijk de beëindiging van de activiteiten in de jaren dertig. De werf van Cornelis aan de Zomerdijk bleef bestaan en werd later voortgezet als N.V. C. Appelo's Scheepswerf en bleef actief tot 1963, waarna Hilbrand Poppen de werf overnam.

Foto 1: Tekst op de foto geschreven door Hendrik Kombrink in zijn dagboeken “Het klipperschip de riethandel van 1914 is later veranderd in motorschip”.

Foto 2: Uit Hendrik Kombrink zijn dagboek; “Na de oorlog in Steenwijk, foto rijbewijs, de schrijver van dit dagboek Kombrink”

In 1918 was de naam van het schip omgedoopt tot Riethandel en was hij in het bezit van de familie Kombrink. Hendrik Kombrink (9/2/1896 - 6/10/1980) en zijn vrouw Annegje de Jong (28/5/1900 - 4/5/1984). De familie Kombrink was in Zwartsluis actief in de riethandel, een economisch belangrijke sector in deze regio. Riet was in de eerste helft van de 20e eeuw een veelgevraagd product, vooral vanwege het gebruik als dakbedekking (rietdekken), maar ook voor het maken van manden, matten, en andere ambachtelijke toepassingen. Omdat
Zwartsluis in een waterrijk gebied ligt, was transport per schip, zoals met hun schip “Riethandel”, de beste manier om grote hoeveelheden riet te vervoeren. Zo vervulden de Kombrinks een cruciale rol in de lokale economie en waren ze onderdeel van het netwerk van handel en scheepvaart in de regio.

Foto 3: Familie Kombrink met de kinderen 1930. Van links naar rechts Geesje (10/5/1924), Aafje (29/3/1921), moeder Annegje, Lambert (29/6/1928), vader Hendrik, en Andries Jacob (8/3/1922).

Foto 4: Hendrik Kombrink in actie met het laden van riet op het schip de Riethandel te Vollega bij Lemmer in Friesland.

Foto 5: Naast het verschepen van riet dreef de familie Kombrink ook een ploeg- en maaibedrijf.

In 1935 werd een nieuwe meetbrief afgegeven in Groningen en veranderde het schip van naam naar Lahein, wat duidt op een verkoop en een vermoedelijke beëindiging van de functie als riethandelschip onder de familie Kombrink. Het schip heeft daarna nog Jawi geheten, en in 1958 wordt er op nieuw een meetbrief afgegeven in Groningen onder de naam Margien. De meetbrief die ik op dit moment in mijn bezit is stamt uit 1979, uitgegeven in Amsterdam, waarbij het vaartuig de naam Lammechien draagt.

Als laatste is het schip bewoond geweest door Harmke, ook wel bekend als “Hammie”, Bijlstra Venema (4/9/1944 - 8/1/2024). Zij was een friesin en had de wens haar laatste levensjaren op haar schip de Dwerskop door te brengen in Sloten, Friesland. De naam Dwerskop zal eer hebben gedaan aan Hammie, aangezien er ook op haar overlijdensbericht staat “We zullen haar humor, gezelligheid en eigenwijsheid enorm missen”.

Foto 6: Het bruine scheepsinterieur van de Dwerskop.

Na haar dood heb ik, Sabrina Philomena Harmes (31/5/1983), het schip gekocht op 8 november 2024 te Sloten. Ik beman het schip samen met mijn zoon Aiye Nilaya Pina Harmes (4/6/2011). Ik ben geboren en opgegroeid in Zoetermeer, en heb na mijn studie als Industrieel Ontwerper aan de TU Delft tien jaar in Brazilië en Nicaragua gewoond waar ik een cultureel centrum had opgericht voor en met jongeren uit de sloppenwijken ‘Atelier Favela’. Aiye is in Nicaragua geboren en inmiddels wonen we alweer tien jaar in Nederland, net over de grens in Keeken (Duitsland), in een woongemeenschap. Ik werk als ontwerper aan maatschappelijke vraagstukken in de ontwikkelingssector en het onderwijs. Te midden van de huidige woningcrisis voelt dit schip als een prachtig nieuw avontuur: een plek om vol liefde op te knappen, mee te wonen en te varen, en om onze vrijheid op het water te vieren!

Foto 7: Aiye & Sabine bij Scheepswerf ten Wouden Ijlst in Friesland, waar we het schip aan het opknappen
zijn.