Cornelia 1903

Cornelia 1903

Scheepstype: beurtvaarder

Bouwwerf: Boot, Leiderdorp

Bouwjaar: 1903

Lengte: 2430 cm

Dit schip beschikt over een spandoek waarmee het “verhaal van het schip” in de haven kan worden gepresenteerd.

   

Breedte : 430

Diepgang : 110 cm

Kruiphoogte : 280 cm

Officiële thuishaven : NA

Motor : DAF 615

Vermogen van de motor : 120 PK

Bouwjaar van de motor : 1975

ENI-nummer : 02335338

Kaas en schroot
Dit motorvrachtschip is onder de naam Rapide III in 1903 gebouwd voor de Purmerendse kaashandel Gebr. Stuijt. Volgens het bestek (collectie Maritiem Museum) waren het ruim en de binnenkant van de den geheel bekleed met hout: de kaas werd met zorg vervoerd! Het schip werd in oktober 1903, gemeten op iets meer dan 78 ton laadvermogen.
In 1919 is de kaashandel overgenomen door een Goudse concurrent. Eind april van dat jaar is de Rapide III verkocht aan "S.A. Vles en Zonen Metaal Maatschappij te Rotterdam", en onder de naam Henri waarschijnlijk ingezet voor het vervoer van schroot.

Joods bezit in oorlogstijd
De (joodse) firma Vles is tijdens WO II als ‘vijandelijk vermogen in bezet gebied’ door de Duitsers onder bewind gesteld. In 1943 is het bewind opgeheven en heeft een Naamlooze Vennootschap Motorboot “Henri” het schip als haar eigendom in het kadaster laten herinschrijven.

Kraanschip
In de jaren vijftig duikt de Henri op in de inventaris van Machinefabriek Lubbers te Hengelo (O.). Er stond toen een fors bemeten stalen laadmast en laadboom op; met een zwaar uitschuifbaar stalen H-profiel dat aan de kaderand kon worden vastgelast functioneerde het schip als kraanponton.
Lubbers is in 1994 overgenomen door Dienstverlening Scheepvaart Hengelo B.V., die het schip DSH II noemde. Op 1 oktober 2011 is het schip in eigendom overgedragen aan Lianne en Peter Banda, die het de huidige naam Cornelia gaven.

Restauratie
De Cornelia heeft het model van een beurtvaarder en behoort tot de eerste generatie motorvrachtschepen die in Nederland voor de binnenvaart zijn gebouwd. Ze was in 1903 al voorzien van een stuurhut. Anders dan voor beurtschepen gebruikelijk had ze een Friese luikenkap, geen vlakke stalen luiken (dekvracht).
Het onderwaterschip (vlak en kimmen) is bij scheepswerf De Vlijt in Coevorden vrijwel geheel vervangen, met behoud van de oorspronkelijke spanten. Er is daar ook een gemariniseerde DAF 615 ingebouwd en een splinternieuwe 30 x 25" bronzen vierblads schroef gemonteerd.
Tijdens de restauratie van het casco heeft de Cornelia weer, net als vroeger, een Friese luikenkap gekregen en later komt er nog een normaal bemeten (houten?) hijstuig. Er staat ook weer een houten stuurhut op en achter de stuurhut is een roefje geplaatst. Het vooronder wordt opnieuw ingetimmerd.